VZR fel tegen pseudo-eindheffing op fossiele auto van de zaak
De Vereniging Zakelijke Rijders (VZR) reageert zeer kritisch op het voorstel voor een pseudo-eindheffing op zakelijke auto’s die rijden op fossiele brandstof. Volgens de belangenorganisatie is dit een buitensporige maatregel die het fenomeen “auto van de zaak” hard treft. VZR spreekt zelfs van een “doodsteek” en dringt er bij de Tweede Kamer op aan om de plannen van tafel te vegen.
Voorstel uit de Miljoenennota
Tijdens Prinsjesdag 2025 presenteerde het demissionaire kabinet het idee voor een nieuwe pseudo-eindheffing. Deze moet vanaf 1 januari 2027 gaan gelden voor alle zakelijke personenauto’s op fossiele brandstof die ook privé gebruikt mogen worden. Het tarief is vastgesteld op 12% van de catalogusprijs van de auto. Dat geldt niet alleen voor benzine- en dieselauto’s, maar ook voor hybride modellen. Concreet betekent dit dat een bedrijfswagen met een cataloguswaarde van €50.000 de werkgever in 2027 €500 per maand extra kost.
Hybrides uit Europa de dupe
In een reactie noemt de VZR dit “een slecht plan” en doet zij een dringende oproep aan de Kamer om het terug te draaien. De vereniging wijst erop dat de maatregel leidt tot een scheve situatie: zware, vaak ingevoerde elektrische auto’s krijgen fiscaal voordeel, terwijl lichtere hybride wagens uit Europa zwaarder worden belast. Daarbij wordt volgens VZR uitsluitend gekeken naar uitlaatemissies, terwijl de milieu-impact van productie en materiaalwinning – bijvoorbeeld bij elektrische voertuigen uit China – buiten beschouwing blijft.
Verplichte overstap naar elektrisch?
Ook benadrukt de VZR dat de regeling de keuzevrijheid voor werknemers beperkt. Doordat de bijtelling voor elektrische auto’s in 2026 gelijk wordt gesteld aan die van fossiele varianten, krijgen werknemers feitelijk nog maar één optie. Dit zou kunnen neerkomen op een opgelegde overstap naar elektrisch rijden, terwijl de laadinfrastructuur daar momenteel onvoldoende op is berekend. Bovendien stelt de VZR dat dit afdwingen van elektrificatie onnodig is, haaks staat op democratische principes en niet aansluit bij de Nederlandse cultuur. De vereniging bestempelt deze vorm van overheidssturing dan ook als ongewenst.
Oproep aan de Tweede Kamer
Tot slot benadrukt VZR dat deze pseudo-eindheffing het concept van de auto van de zaak ondermijnt en voor zowel werkgevers als werknemers nadelige gevolgen heeft. De belangenorganisatie roept de Tweede Kamer daarom met klem op om het voorstel te verwerpen.